Image Image Image Image Image Image Image Image Image

nieuws

12 dec

By

No Comments

“Herbestemmen is een strategisch spel”

12/12/2018 | By | No Comments

Met het spel RESTORY vraagt het Herbestemmingsteam aandacht voor de voordelen van herbestemming. Buiten de stad uitbreiden lijkt op korte termijn misschien aantrekkelijk, maar gaat voorbij aan de potenties van strategisch hergebruik. In RESTORY ontdekken initiatiefnemers en betrokkenen samen welke kansen herbestemming biedt voor lege gebouwen en open plekken in de stad.

Herbestemmen is onvoorspelbaar en onbeheersbaar. Niet iets waar bouwers en ontwikkelaars van houden: “Lange procedures, lastige logistiek, altijd tegenvallers. We gaan onze vingers er niet aan branden. Doe ons maar reproduceerbare nieuwbouw!” Het is één van de zeven vooroordelen die het Herbestemmingsteam opvoert in het Manifest_Het spel van Herbestemmen, dat tegelijk met het spel RESTORY verscheen. Voorstanders van ‘bouwen in de wei’ maken graag gebruik van dergelijke vooroordelen maar gaan daarmee voorbij aan de mogelijkheden om binnen bestaand bebouwd gebied aantrekkelijke gemengde gebieden te creëren, stelt het Herbestemmingsteam.

Een gemengde stad met variatie in functies en gebouwtypen, is maar één van de voordelen die herbestemming oplevert. Met RESTORY spoort het Herbestemmingsteam eigenaren aan om op plekken die in onbruik zijn geraakt, te beginnen met het realiseren van nieuwe bestemmingen en geeft daarbij aan betrokkenen vier tips mee:
1. Wacht niet totdat alle lichten op groen staan, maar ga van start met de mensen en middelen die voorhanden zijn.
2. Omarm het iteratieve proces: succesvol herbestemmen is net als oude vertellingen; het verhaal wordt in de tijd gevormd doordat bij iedere herhaling de verteller het verhaal verrijkt.
3. Omarm toeval: draai onverwachte wendingen in het proces in je voordeel.
4. Wissel van rol: verplaats je in ‘de ander’ en denk ook vanuit andermans belangen. Deze vaardigheden zijn onontbeerlijk om samen te kunnen bouwen aan de kwaliteit van onze leefomgeving.

RESTORY is voor het eerst gespeeld door ruim dertig bezoekers van de werkconferentie ‘Nederland veranderd/t’ op 3 december j.l. Deelnemers werden uitgedaagd souplesse en alertheid te tonen om de juiste componenten – plek, mensen, middelen en tijd – samen te brengen. Het vereist een sterk verbond tussen diverse belanghebbenden om samen te bouwen aan een nieuw verhaal. RESTORY stelt daarom de vindingrijkheid van deelnemers op de proef, rekt standaard denkkaders op en legt onverwachte scenario’s bloot. Maar bovenal laat het deelnemers ervaren hoe zij door herbestemming zelf kunnen bijdragen aan een prettige en betekenisvolle leefomgeving. RESTORY is na de testfase beschikbaar voor overheden en ontwikkelaars die op speelse wijze potenties van strategisch hergebruik willen ontdekken.

* * *
Met RESTORY vraagt het Herbestemmingsteam op ludieke wijze aandacht voor verdichtings- en herbestemmingsopgaven in Nederland. Het is een pleidooi om samen te bouwen aan een duurzame toekomst voor de leefomgeving. Het spel is voor het eerst getest op de werkconferentie Nederland Veranderd/t, georganiseerd door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed op 3 december j.l. in Rotterdam.

RESTORY is bedacht door Stadvogels (Martine Zoeteman) en ontwikkeld in samenwerking met WE-ARE-AMP in opdracht van het Herbestemmingsteam. Het is mede mogelijk gemaakt door het College van Rijksadviseurs, dat van 2015 tot 2018 financier en opdrachtgever was van het Herbestemmingsteam.

Interesse om het spel voor jouw casus te spelen? Neem contact op met het Herbestemmingteam. Over RESTORY is hier meer informatie te vinden.

foto: Bertus Gerssen

foto: Bertus Gerssen

foto: Bertus Gerssen

Wie is Gielijn Blom?

03/07/2017 | By | No Comments

Gielijn Blom maakt sinds een jaar onderdeel uit van het H-team. Als stedenbouwkundige bij de Provincie Zuid-Holland houdt hij zich bezig met het verstedelijkingsvraagstuk van de dichtstbevolkte provincie van het land. Wat is zijn expertise met betrekking tot herbestemming? En wat is zijn rol binnen het H-team? Een korte kennismaking met het nieuwste H-teamlid.

Gielijn heeft een achtergrond in regionale planvorming en landschap. “Een domein dat meer dan de stedenbouw uitgaat van de context van een gebied. Ik heb mij altijd afgevraagd waarom de principes die worden toegepast binnen het landschappelijke domein, zoals aandacht voor bestaande condities en kwaliteiten en werken met tijd en geleidelijkheid, veel minder golden binnen de stedenbouw,” vertelt hij. “Dat veranderde door de crisis. Alle partijen werden daardoor gedwongen op een andere manier naar stedenbouw te kijken. De focus verschoof en kwam minder op het gebouw en meer op de omgeving te liggen. Er kon niet meer zomaar worden bijgebouwd en uitgedijd. Herbestemming en gebiedstransformatie lagen meer voor de hand.”

Kantelpunt
“We zitten nu op een kantelpunt. Het gaat beter met de economie, en de verleiding lonkt om onze steden weer uit te breiden,” aldus Gielijn. “Ik pleit er juist voor om dat wat we tijdens de crisis hebben toegepast op kleine schaal in te zetten op grotere schaal. Want de opgave wordt groter. Er is nog veel leegstand, en er komt nog heel veel leegstand aan. Denk maar aan de veranderende economie en de leegstand van het zorgvastgoed. En ruim 80% van die leegstand is nog onvoldoende in beeld. Een leegstaand monumentaal pand in een opkomende wijk is niet moeilijk te transformeren. Maar niet alle leegstaande panden zijn mooie monumenten in hippe buurten. En herbestemming gaat niet over één pand. Herbestemmen gaat over het herwaarderen van een heel gebied.”

Gebiedstransformatie en omgevingsbeleid
Wat is zijn rol binnen het H-team? “Ik ben een schakel met de publieke sector. Die wordt als partner in het herbestemmingsvraagstuk steeds belangrijker. De Omgevingswet komt eraan waarmee de wet- en regelgeving rondom ruimte, wonen en infrastructuur wordt vernieuwd. De overheid gaat een nieuwe koers vastleggen. Gebiedstransformatie mag hier wat mij betreft een grote rol in krijgen.”
In juli organiseert Gielijn namens het H-team een rondetafelgesprek met onder andere het Rijk, het kennisplatform Ruimtevolk, het College van Rijksadviseurs (CRa) en de gemeente Delft. Tijdens deze bijeenkomst verkennen de deelnemers welke rol gebiedstransformatie in het omgevingsbeleid kan innemen. Gielijn: “Het H-team heeft hier een activerende en aanjagende functie. We zijn een groep uiteenlopende professionals die zich allemaal vanuit hun eigen expertise met herbestemming bezighouden. Er zit een enorme hoeveelheid kennis in dit team; we vullen elkaar goed aan. Ik zie het als onze taak om gebiedstransformatie te laten uitgroeien van experiment naar business as usual.”

09 jun

By

One Comment

Van leegstand naar maatschappelijke doelen

09/06/2017 | By | One Comment

Reflectie op de Week van het Lege Gebouw 2017, Soesterberg

De Week van het Lege gebouw (WvhLG) is een zoektocht van zes gemengde studententeams die een tweede leven voor een leegstaand pand onderzoeken en ontwerpen. De vijfdaagse pressure-cooker is een inspirerende manier om de generatie van morgen klaar te stomen voor de praktijk van herbestemming. Het H-team droeg bij aan de coaching van de teams en de jurering van de plannen, en leerde op 22 mei hoe zij maatschappelijke doelen willen realiseren door herbestemming.

De Officierscasino Soesterberg, onderwerp van de Week van het Lege gebouw 2017.

Officierscasino Soesterberg, onderwerp van de Week van het Lege gebouw 2017

Het voormalig Officierscasino in Soesterberg was het onderwerp van de zoektocht. Dit pand wordt beheerd door ANNA Vastgoed & Cultuur in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf. H-teamlid en directeur van ANNA Vastgoed & Cultuur Willemijn de Boer bood de locatie aan als studieobject aan onderzoeksinstituut CLUE van de Vrije Universiteit Amsterdam. Er namen zo’n 50 studenten en docenten deel. Zij verschaften elkaar ‘denkruimte’ voor het ontwikkelen van concepten voor herontwikkeling. Ideeën die je in de praktijk niet zo snel tegenkomt, omdat ze niet gehinderd worden door de financiële ‘logica’ van de vastgoedmarkt en er geheel eigen strategieën op nahouden.

Kamperen, vloggen en zagen
Want…welke ontwikkelaar kampeert er vijf dagen lang in de buurt van een leeg gebouw? De studenten deden het. Wie maakt er een vlog om een herbestemming aan de man te brengen? De studenten deden het. Wie komt er op het idee een gat te zagen in de gevel van een rijksmonument? De studenten deden het (nou ja, niet echt natuurlijk…). De opzet van de WvhLG is simpel: je sluit jezelf met een groepje lotgenoten vijf dagen op in een leeg gebouw en aan het eind presenteer je in 10 minuten zo overtuigend mogelijk je voorstel aan een vakjury.

Spectrum aan voorstellen
Het Officierscasino, in 1941 als Soldatenheim gebouwd door de Duitse bezetter, was onderdeel van vliegbasis Soesterberg. Het ligt op ruim een kilometer afstand van de landingsbaan. De deelnemers studeerden in multidisciplinaire teams op de karakteristieken van de locatie. Drie van de zes teams legden in hun plan letterlijk een verband naar de luchtvaartgeschiedenis. Het spectrum van voorstellen bestreek een variatie aan publiekstrekkers: van aerodynamische uitkijktorens voor dagtoeristen tot een ontmoetingsplek waar researchafdelingen van luchtvaartbedrijven samenwerken met ecologen. Andere referenties waren het maken van zichtlijnen tussen het Officierscasino en de landingsbaan of het doortrekken van de grafische laag van gele pijlen die de ingang van het Nationaal Militair Museum markeren.

Van energie tot eenzaamheid
Sommige teams ontwikkelden de kern van hun plan door hergebruik van de bestaande ’hardware’. Die ideeën ontstonden in de loop van de week, toen een batterij experts de teams als sparringpartners bezocht in hun werkkamers. Ondernemer Carel Bense inspireerde één van de teams om de landingsbaan te zien als solar runway waar zonnewarmte wordt opgewekt in buizen onder het asfalt. Een ander team stelde voor van het Officierscasino een ontmoetingsplek te maken die generaties met elkaar verbindt: een soort verpleeghuis nieuwe stijl. In plaats van termen als ‘dagverzorging’ of ‘kantine’ te gebruiken, wordt het gebouw ingedeeld langs een ‘droomlijn’ in trefpunten zoals ‘Combuis’, ‘Pupillenbunker’ en ‘Generaal Lokaal’. Studenten in de naburige woningen krijgen een korting op hun huur als ze een paar uur per week buddy voor een bewoner willen zijn. Een team met veel internationale studenten stelde hier een plan tegenover dat inzette op het bieden van uiteenlopende belevingen: van een escape room (geïnspireerd op het verleden van de plek) tot een gemeenschapshuis met een XL-formaat schaakbord.

Rust en natuur
De Provincie Utrecht maakte duidelijk dat de aantrekkingskracht van het gebied vooral samenkomt in de begrippen rust en natuur. Een team stelde daarom een (rustig) weekendje Soesterberg voor als businesscase: ontspannen, eten en overnachten in het Officierscasino. Het plan lokt fietsers en wandelaars in de Utrechtse Heuvelrug naar Soesterberg. Ander idee: ruimte geven aan de natuur om het gebouw op den duur helemaal over te laten nemen. Althans, in woorden, want een schets of visualisatie van de gedroomde groene herbestemming ontbrak.

Gemis
Het was niet het enige team dat het plan vooral met woorden tot leven wekte. Er waren weinig studenten van ontwerpopleidingen aanwezig. Dat gold ook voor de opleidingen vastgoed en facility management, met als gevolg dat in geen enkel voorstel een rekensom was opgenomen. En dat is een groot gemis als het op herbestemmen aankomt. Want ook erfgoed is vastgoed en dus speelt financiële knowhow een niet te onderschatten rol.

Onder de indruk
Hoofdsponsor van de WvhLG 2017, AM Consult, was ondanks de ontbrekende vastgoedkennis onder de indruk van de variatie aan plannen. Het bedrijf onderstreepte dat het niet het hoogste doel was om realiseerbare plannen te ontwerpen. Daar zijn al genoeg ontwikkelaars, architecten en andere adviseurs mee bezig. Uit de voorstellen sprak vooral een grote sensitiviteit rondom hergebruik, zowel in fysieke als in maatschappelijke zin. De financiële onderbouwing mag dan in de praktijk vaak de doorslag geven, ook ‘in het echt’ gaat het mede om het doel dat je met een investering dient.

Maatschappelijke thema’s
De disciplines erfgoedstudies en bouwkunde waren goed vertegenwoordigd. Wellicht dat de deelname vanuit andere opleidingen tot meer complete plannen had geleid. Maar belangrijker was dat het de nieuwe generatie er alles aan gelegen is om maatschappelijke thema’s centraal te stellen door bijvoorbeeld eenzaamheid tegen te gaan, verdere opwarming van de aarde te voorkomen of gemeenschappen aantrekkelijke publieke ruimtes te bieden om samen te werken. Wie had ooit gedacht dat een door de Nazi’s gebouwd Soldatenheim zich daarvoor zou lenen…

 

Dit artikel is een ingekorte versie van het gelijknamige artikel op Platform VOER, opinieplatform voor erfgoed en ruimte.

Van 18 t/m 22 mei werd de vijfde editie van de Week van het Lege gebouw georganiseerd. Zie voor artikelen, foto’s en interviews met deelnemers aan alle vijf de edities van de onderwijsweek: www.weekvanhetlegegebouw.nl

Initiatiefnemers editie 2017:
Onderzoeksinstituut CLUE+ / Vrije Universiteit (Master Heritage Studies)

De editie 2017 werd mede mogelijk gemaakt door:
AM CONSULT
ANNA Vastgoed & Cultuur
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Provincie Utrecht

22 mei

By

One Comment

Aan tafel met het H-team op de Provada

22/05/2017 | By | One Comment

Twee H-teamleden organiseren tafelsessies over urgente herbestemmingsopgaven op de jaarlijkse vastgoedbeurs Provada. Op 1 juni verzorgen Carolien Ligtenberg en Hilco van der Wal allebei een sessie van een halfuur waarbij vijf deelnemers kunnen aanschuiven om in discussie te gaan over onderstaande thema’s.

Gesprek 1: Innovatie in gebiedstransformatie #Hteam (click link om aan te melden)
Host: Hilco van der Wal

Tijd: 10:30-11:00
Locatie
: PROVADA FUTURE hal 11

Herbestemming en transformatie kunnen aanjagers zijn voor vernieuwing. Zeker bij binnenstedelijke gebiedstransformatie liggen er opgaven en kansen om slimme oplossingen rond mobiliteit en energietransitie te verbinden aan het komen tot een aantrekkelijk gebied. Werk je aan oplossingen die hieraan bijdragen, of zoek je deze? Sluit aan bij de ronde tafel van het Herbestemmingsteam.

Gesprek 2: Maatschappelijke vernieuwing in herbestemming #Hteam (click link om aan te melden)
Host: Carolien Ligtenberg

Tijd: 13:45 – 14:15
Locatie
: PROVADA FUTURE hal 11

Herbestemming en transformatie kunnen aanjagers zijn voor maatschappelijke vernieuwing en ruimtelijke kwaliteit. Zeker bij binnenstedelijke gebiedstransformatie liggen er opgaven en kansen om zorg, nieuwe woonvormen, verbondenheid en shared spaces in te zetten om een aantrekkelijk en waardevol gebied met hernieuwde identiteit en kwaliteit te creëren. Werk je aan oplossingen die hieraan bijdragen, of zoek je deze? Geef je dan op!

Provada
30, 31 mei en 1 juni
RAI Amsterdam

18 mei

By

No Comments

Who Cares: wijken toekomstbestendig maken

18/05/2017 | By | No Comments

Who Cares, de ontwerpprijs voor nieuwe vormen van wonen, zorg en ondersteuning in wijken leverde 174 inzendingen op. Hieruit zijn twintig inzendingen geselecteerd die in de volgende ronde worden uitgewerkt. H-teamlid Maarten van Tuijl is met zijn buro temp.architecture en Jasper Klapwijk van bureau Kantelingen één van de winnaars met hun inzending voor de transformatie van Almere Haven.

Who Cares vraagt om innovatieve en toekomstgerichte visies op de Nederlandse woonwijk die antwoord geven op de vergrijzing en de veranderingen in de zorg. De initiatiefnemers van de prijsvraag selecteerden vier wijken die voor ruimtelijke vernieuwingen in aanmerking komen: Almere Haven, de Oosterparkwijk in Groningen, Carnisse in Rotterdam en Geleen-Zuid/De Kluis in Sittard-Geleen. Juryvoorzitter en Rijksbouwmeester Floris Alkemade riep op multidisciplinaire teams te vormen om tot een toekomstbestendig ontwerp te komen.

Resultaat
Het resultaat was 174 inzendingen afkomstig van breed samengestelde teams. Hieruit zijn twintig inzendingen geselecteerd. Op 17 mei vond de kick off van de tweede ronde plaats. In het najaar kiest de jury per locatie een winnaar. Het is de ambitie van de deelnemende partijen om de uitvoering van de ideeën mogelijk te maken.

The Commons: meergeneratiehoven in Almere Haven
Het team van Maarten van Tuijl is samengesteld uit drie medewerkers van temp.architecture en Jasper Klapwijk, zelfstandig strateeg in wonen, zorg en pensioen met zijn bureau Kantelingen. Zij gaan met hun inzending The Commons: meergeneratiehoven in Almere Haven door naar de volgende ronde. In Almere Haven is behoefte aan kwalitatief hoogwaardige woningen en woonmilieus om ouderen op een prettige manier te kunnen laten wonen, en jongeren en gezinnen aan zich te binden. In hun voorstel worden concepten voor zorg en duurzaamheid gecombineerd door individuele rijtjeswoningen te transformeren tot collectieve meergeneratiehoven.
Deze woonvorm biedt voordelen voor alle bewoners. Dit gaat om financiële voordelen, zoals betaalbare huren en lage energielasten. Maar ook om minder tastbare voordelen zoals zorg, kinderopvang, klushulp, sociale controle, werkgelegenheid en een inspirerende omgeving.

Over Who Cares
De prijsvraag Who Cares is een initiatief van de Rijksbouwmeester in samenwerking met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Stichting Humanitas, de gemeenten Almere, Groningen, Rotterdam, gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg.

Bekijk hier een PDF van The Commons: meergeneratiehoven in Almere Haven.
Lees hier verder over de prijsvraag Who Cares.

12 mei

By

No Comments

H-team bij Week van het Lege Gebouw

12/05/2017 | By | No Comments

Werken aan innovatieve strategieën voor leegstand met studenten, docenten en praktijkexperts uit verschillende disciplines. Dat is waar de vijfde editie van de Week van het Lege gebouw (WvhLG) om draait. De WvhLG vindt dit jaar plaats van 18 tot en met 22 mei in Soesterberg.

De casus van deze editie is het voormalige Officierscasino in Soesterberg, gebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter. Dit monumentale pand biedt een uitgelezen kans om onderzoekers en studenten met verschillende achtergronden uit te dagen na te denken over de toekomst van deze fascinerende en betekenisvolle plek, in de context van de actuele ontwikkelingen in het omliggende gebied.

De plek
Het gebouw heeft een bewogen geschiedenis: het werd ontworpen en gebouwd als ontspanningsoord voor hogergeplaatste Duitse militairen. In tegenstelling tot veel andere door de bezetter gebouwde objecten werd het Officierscasino niet gesloopt. Na de oorlog kreeg het een bestaan als internaat van de KLM. Aangezien het gebouw niet permanent wordt gebruikt, wil de eigenaar (het Rijksvastgoedbedrijf) het verkopen. Tot de verkoop is het monument in beheer van ANNA Vastgoed & Cultuur. De gemeenschap van Soest kan het gebouw gebruiken voor culturele en sociale activiteiten, zoals de jaarlijkse huttenbouwweek en andere feestelijkheden.

H-team draagt bij aan kennisontwikkeling
Willemijn de Boer, H-teamlid en directeur van ANNA Vastgoed & Cultuur, stelt het Officierscasino beschikbaar als experimenteerruimte om aan nieuwe ideeën voor herbestemming te werken. Studenten, docenten en praktijkexperts werken op interdisciplinaire wijze samen en profiteren daarmee van de ‘vrije denkruimte’ die de WvhLG biedt. Het H-team draagt niet alleen de casus aan voor de week, diverse H-teamleden nemen ook deel aan het programma als expert of als jurylid bij de eindpresentaties.

De deelnemers worden aangemoedigd de gebouwopgave te relateren aan belangrijke ruimtelijke opgaven in de directe omgeving van het gebouw. Het voorheen afgesloten militaire landschap wordt namelijk ontsloten als recreatiegebied. Welke betekenis hebben de historische en architectuurhistorische waarden van het Officierscasino in het vinden van een nieuwe functie voor deze plek, te midden van deze landschappelijke transformatie?

De Week van het Lege Gebouw is gratis te bezoeken.
Bekijk het publieksprogramma van de WvhLG.

21 dec

By

One Comment

Den Haag CS-Oost: Dark or dazzling?

21/12/2016 | By | One Comment

Het H-team organiseerde samen met Haagse Bodem op 9 december een speciale bijeenkomst over herbestemming als gebiedsopgave, in het Haagse Kwadrant CS-Oost. Deze plek staat een uitdagende gebiedstransformatie te wachten en staat model voor andere binnenstedelijke opgaven voor herontwikkeling. Tachtig deelnemers namen de publieke ruimte, infrastructuur, samenwerking, duurzaamheid, het momentum en de economische en maatschappelijke urgentie in het gebied onder de loep in een geanimeerde bijeenkomst.

Momentum

Het Haagse Kwadrant-Oost, ook wel als de ‘achterkant’ van Den Haag CS getypeerd, is een fascinerend gebied stelde Rijksbouwmeester Floris Alkemade in zijn presentatie. Hij toonde aan de hand van eerdere studies de potenties van het gebied als je het vanuit een breder perspectief en schaalniveau van de stad bekijkt. In 2020 zal de Tweede Kamer zich voor een periode van (naar schatting) 6 jaar in het Ministerie van Buitenlandse Zaken nestelen, wat betekent dat het gebied dag in dag uit de achtergrond van ons 8 uur journaal zal zijn. Dit kan een enorme impuls betekenen voor het gebied. Maar hoe zorg je dat dit momentum na het vertrek van de Tweede Kamer ook leidt tot een duurzame kwaliteitsimpuls in het gebied? Dat vereist op z’n minst een visie op het bestaande vastgoed, de (her)inrichting van de openbare ruimte en de partijen met wie dat tot stand komt.

Klein beginnen

Michiel Bosman (gemeente Amsterdam) legde uit hoe er rondom Amsterdam Sloterdijk omgesprongen is met het ontstaan van momentum: “Lokale kwaliteiten benadrukken, verblijfskwaliteit toevoegen en actief verbinden en variëren (in programma)”, waren de kernbegrippen van de strategische procesaanpak. Het vergroenen en activeren van het gebied met kleinschalig ondernemerschap bracht in korte tijd een positieve impuls aan het winderige Orlyplein voor station Sloterdijk. Maarten van Tuijl (H-team) vroeg om een goeie analyse van wat er al in het gebied aanwezig is. In plaats van schoonvegen en opnieuw beginnen werpt een gefaseerde en zorgvuldige aanpak (slow urbanism) vaak meer vruchten af waarbij het voor de hand ligt om toe te werken naar een gemengd woongebied. Maar hoe zorg je dat je sturing behoudt over alle diverse initiatieven? Het panelgesprek leidde tot veel reacties uit de zaal, waaronder een voorstel om een kwaliteitsteam of een supervisor aan te stellen, reageerde het tweede panellid Gregor Heemskerk (Twynstra Gudde) dat marktpartijen de uitdagingen op stedelijke plekken, waar Den Haag CS-Oost ook een goed voorbeeld van is, goed aan kunnen.

Kijken en praten

De middag ging over in een excursie en workshop, waarin deelnemers werden uitgedaagd om elkaar een aanbod te doen of een vraag te formuleren. Gespreksleider Bart Cosijn constateerde na afloop dat in deze fase kennis ontstond, door het uitspreken van de behoeften die er vanuit verschillende partijen naar voren kwamen (lees zijn reflectie ‘Wakker worden’). Als er al een algemene conclusie uit de bijeenkomst te halen valt, dan is het wel dat strategische omgang met vastgoed en openbare ruimte op gebiedsniveau leidt tot kansen voor herbestemmen en vice versa. Het vergt visie en concentratie om hieraan gevolg te geven, maar leidt tot een betere inrichting en evenwicht in de stad.

Het H-team ziet zich na de bijeenkomst gesterkt in de opvatting om het contact tussen eigenaren, ontwikkelaars, overheden en ‘unusual suspects’ actief op te blijven zoeken. In de uitwisseling van ideeën en visie ontstaan immers de meest gedragen ideeën. Wat het lopende proces in Den Haag CS-Oost betreft, deed het team Haagse Bodem een aanbod om te blijven activeren en reflecteren. Benieuwd naar de accenten uit de gesprekken en de lessons learned? Bekijk dan het (beeld)verslag van Haagse Bodem (opent in apart venster).

Kwalitatieve gebiedsontwikkeling als strategisch middel om de stad te verbeteren

07/12/2016 | By | No Comments

– interview met H-teamlid Carolien Ligtenberg over de tweede werksessie met het CRa –

Op 2 november had het H-team zijn tweede werksessie met een nieuw College van Rijksadviseurs (CRa) in Villa Augustus in Dordrecht. Deze keer stond kwalitatieve gebiedstransformatie centraal: hoe wordt kwaliteit geborgd in het herbestemmingsvraagstuk? “Herontwikkeling van gebieden is de mooiste en beste kans om potentierijke plekken te creëren,” aldus H-teamlid Carolien Ligtenberg. Samen met Maarten van Tuijl bereidde zij de sessie voor.

De financieel-economische crisis ligt achter ons, was één van de highlights in de Troonrede die afgelopen september werd uitgesproken. De economie groeit, de koopkracht en de woonmarkt trekken weer aan. Ook marktpartijen pikken nu de herbestemming van leegstaande panden op. “Maar die leggen de nadruk vaak op kwantiteit en kortetermijnwinst,” vertelt Carolien. “Hiermee wordt het aanbod eenzijdiger en niet duurzaam, ontbreekt veelal aanpak op gebiedsniveau en worden functies verdreven die de leefbaarheid juist ten goede komen. Bovendien blijkt de herbestemming van erfgoed vaak te ingewikkeld.” Hoe kan kwaliteit hier beter worden geborgd? Hoe moet hierop worden gestuurd? En wat is daar voor nodig? Daarover wilde het H-team met het CRa in gesprek.

Kwaliteitsfactoren
Maar hoe definieer je kwaliteit? Carolien: “Dat kun je doen aan de hand van een aantal factoren. Het gaat om duurzaamheid: een gebied moet sociaal, economisch en fysiek tijdsbestendig zijn zodat het aantrekkelijk blijft voor de omgeving. Het gaat om samenhang. Hoe zorg je voor een op elkaar afgestemd geheel dat ook als zodanig wordt herkend? Het gaat om de maatschappelijke meerwaarde van een plek, en hoe er wordt omgegaan met de openbare ruimte. En ook de factor tijd is belangrijk: een geleidelijke transformatie heeft veel voordelen. Het project kan dan letterlijk en figuurlijk groeien en inspelen op de belangen van de plek, het gebruik en de gebruikers. Geleidelijke kwalitatieve gebiedsontwikkeling met meerdere partners kan een strategisch middel zijn om de stad te verbeteren en waardevol te maken. Het is belangrijk te sturen vanuit de kracht van het gebied. De verschillende partijen in een gebied hebben verschillende – soms tegenstrijdige – belangen. Kwaliteit heeft ook te maken met het verzekeren van die belangen. Voor al deze kwaliteitsfactoren moeten kaders worden gesteld. Daar heeft de overheid een cruciale rol.”

Regiemodellen
Die rol wordt nog te weinig genomen, vindt het H-team. Voorheen waren de rollen duidelijk. De overheid had de regie en zorgde er voor dat de gebouwde omgeving fysiek veilig was. Daarnaast was er een kleine groep stakeholders, zoals woningbouwverenigingen, ontwikkelaars en adviseurs. Tegenwoordig zijn er veel meer partijen bij een omgeving betrokken, terwijl de overheid zich steeds meer terugtrekt. “Bij het sturen op kwaliteit bij gebiedstransformatie is het belangrijk dat één (samengestelde) partij de regie voert. Dat hoeft niet per se de overheid te zijn, maar het moet wel helder zijn wie dan wel. Die vraag wordt nog niet vaak genoeg gesteld, terwijl alle partijen daar belang bij hebben,” aldus Carolien. “Er zijn drie varianten om de regie te voeren. Het kan de projectontwikkelaar-belegger zijn die er baat bij heeft dat zijn eigendom duurzaam wordt ingezet. Het kan een combinatie van verschillende partijen zijn zoals bijvoorbeeld bij de NDSM-werf, waar de gemeente, de ontwikkelaar en de gebruikers gezamenlijk een stichting hebben opgezet die de regie voerde bij de ontwikkeling van het gebied. En het kan de overheid zijn in samenwerking met de stakeholders. In alle gevallen is samenwerking het sleutelwoord. Langdurige betrokkenheid van alle partijen is van belang bij succesvolle herbestemming.”

“Buiten nieuwbouwen in een open veld is wel het gemakkelijkst en snelst te doen, maar het levert het minste op.”

Succesvolle gebiedstransformaties
In de eerste werksessie met het CRa ging het H-team in op de kansen van binnenstedelijke leegstand en hoe die beter te benutten. Deze keer werd ingezoomd op vier voorbeelden van succesvolle kwalitatieve gebiedstransformatie. De Kleefse Waard in Arnhem, waar eigenaar SchipperBosch het oude AkzoNobel-terrein transformeerde tot een duurzaam innovatief bedrijventerrein. Hier speelde de gemeente een faciliterende rol. De NDSM-werf, waar de gezamenlijke stichting de regie voerde om een plek te creëren voor kunst en cultuur. Het Brussels Wijkcontact: hier werkte het hoofdstedelijk gewest en gemeenten samen met de inwoners aan de verbetering van een aantal wijken. En tot slot de AG Vespa in Antwerpen, met een autonoom gemeentebedrijf als regievoerder voor het ontwikkelen van projecten die niet door de markt werden opgepakt. Carolien: “Ons appèl aan het CRa was om beter te formuleren hoe op kwalitatieve gebiedsontwikkeling kan worden gestuurd. Herontwikkeling is de mooiste en beste kans om potentierijke plekken te creëren. Het gaat vaak om betekenisvolle plekken met een geschiedenis. Buiten nieuwbouwen in een open veld is wel het gemakkelijkst en snelst te doen, maar het levert het minste op. Ik vergelijk het wel eens met fast food: een kwalitatief slecht product dat geen enkele voedingswaarde heeft, maar wel veel gegeten en geproduceerd wordt.”

Nieuw CRa
Vanaf 31 augustus heeft het CRa een nieuwe samenstelling. Naast Rijksbouwmeester Floris Alkemade, die vorig jaar aantrad, zijn landschapsarchitect Berno Strootman en architect stedenbouwkundige Daan Zandbelt benoemd als Rijksadviseurs voor Fysieke Leefomgeving. Het was de eerste keer dat het H-team het CRa in deze setting ontmoette. Carolien: “Dit nieuwe college komt op een kantelpunt in het herbestemmingsvraagstuk. De crisis is net voorbij en er wordt veel meer geld in herontwikkeling gestoken. Het CRa ziet de meerwaarde van kwalitatieve gebiedsontwikkeling. Deze sessie heeft bijgedragen aan het inzicht in hoe we dit kunnen aanpakken. Eerste stap is nu om helder te formuleren dat het streven naar kwaliteit een opgave is, en dat de overheid daarin een rol heeft die zij actief moet invullen. Het is belangrijk dat dit op de agenda van het CRa wordt gezet. Het H-team ziet het als taak kwalitatieve herbestemming in de praktijk aan te jagen.”

Carolien Ligtenberg is naast H-team-lid, architect en oprichter van Bureau ZWIRT, teamlid van Nederlandwordtanders, bestuurlid van Refill en de NDSM-werf en trekker van het project Young Innovators van het CRa.

22 nov

By

2 Comments

CONTEXT = KEY – het geheim van goed herbestemmen

22/11/2016 | By | 2 Comments

Op 9 december organiseert het H-team samen met Haagse Bodem de bijeenkomst CONTEXT = KEY – het geheim van goed herbestemmen. Doel van deze bijeenkomst is de kans op geslaagde transformaties vergroten door anders naar herbestemmen te kijken. Het vertrekpunt: elk pand heeft een context. Is er voldoende oog voor belanghebbenden, publieke ruimte, infrastructuur, samenwerking, duurzaamheid, het momentum en economische of maatschappelijke urgentie?

Tijdens de bijeenkomst gaan we op zoek naar de antwoorden op deze vragen en meer in Den Haag Centraal Oost. Deze plek staat een uitdagende gebiedstransformatie te wachten en staat model voor andere binnenstedelijke opgaven voor multifunctionele herontwikkeling. Met inbreng van Haagse Bodem en andere kenners van herbestemming als gebiedsopgave reiken we de deelnemers een kader aan voor de middag. Daarna gaan we concreet aan de slag met een real life en actuele case die op scherp wordt gezet met nationale en internationale vergelijkingen. Wij garanderen dat het gezelschap gevarieerd is, zowel publiek als privaat, Haags en Hollands, van gebruiker tot ontwikkelaar en van bewoner tot Rijksbouwmeester.

Haags Kwadrant-Oost, dark of dazzling?
Het Haagse Kwadrant-Oost (achterkant Den Haag CS) typeren als ‘dynamisch’ is een understatement zoals Rijksbouwmeester Floris Alkemade zal toelichten. De keuzes van nu, ook voor herbestemming, maken of breken dit gebied voor de toekomst: wordt het the dark of the dazzling side van het Centraal Station? Spannend en complex, de perfecte illustratie voor herbestemmen in een binnenstedelijke context.

Deelnemen
Deelname is op uitnodiging. Heeft u geen uitnodiging ontvangen en wilt u graag deelnemen? Neem dan contact op met het H-team.

CONTEXT = KEY – het geheim van goed herbestemmen
Vrijdag 9 december
12:00 uur – 17:30 uur
Juliana van Stolberglaan 10, Den Haag

Over Haagse Bodem
Haagse Bodem is een deeltjesversneller voor Haagse herbestemming. Een praktische community die het ontwikkelen van oplossingen voor leegstand in Den Haag stimuleert. Haagse Bodem is een initiatief van professionals met hart voor herbestemming. Meer informatie over Haagse Bodem vind je op www.haagsebodem.nl.

06 sep

By

One Comment

Een 21e-eeuws Vondelpark in Groningen

06/09/2016 | By | One Comment

De woningmarkt in Groningen vertoont net als Amsterdam en Utrecht tekenen van oververhitting. Op welke manier kan de stad het succesvolle beleid van de compacte stad updaten en tegelijk inspelen op de groeiende bevolking en de ontwikkelende kenniseconomie? Een reflectie op een werkbezoek van het H-team aan deze stad.

Groningen dreigt aan haar populariteit als studentenstad ten onder te gaan. Net als in andere universiteitssteden drukt de jonge bevolking een groot stempel op het leefklimaat in de binnenstad. Parken zijn overvol, kroegen puilen uit. Studentenaantallen blijven groeien dus beantwoorden pandjesbazen gretig aan de vraag naar meer kamers. Menig pand dat vrijkomt wordt verkaveld in studentenkamers, al is de stad strenger geworden in het ombouwen naar woningen naar studentenkamers. De demografische kaart van de stad toont de extreme scheefgroei. Groningse planners en stedenbouwkundigen zijn daarom op zoek naar een evenwichtiger woning- en voorzieningenaanbod in de stad.

Start-up-stad
De jonge stadsbevolking levert ook een economische impuls aan de stad: er zitten veel start-ups in Groningen. Zoals in de Big Building achter het station, waar een community van huurders is ontstaan in een sfeer van innovatie en sociaal geïnspireerd ondernemerschap. Je huurt er voor weinig geld een werkplek. Kleine bedrijven en zzp-ers houden het op die manier jaren na hun studie nog prima vol. Eén van de redenen voor deze lage huur is dat de Big Building gesloopt gaat worden. De gehele Spoorzone wordt namelijk verbouwd. Het betonnen gebouw moet daarvoor wijken. Waar de ondernemers straks naartoe gaan, is nog onduidelijk.

Weinig kantoorleegstand
In Groningen is in de laatste decennia relatief weinig gespeculeerd met de bouw van kantoren. Er is dus ook weinig kantoorleegstand. Waar in Amsterdam of Utrecht kantoren of overslagloodsen in hippe hotspots zijn omgetoverd, liggen de afgedankte kantoren die romdom de Groningse binnenstad leegstaan niet op de meest kansrijke plekken. Een aantal ondernemers heeft in buurgemeente Haren een grote broedplaats ingericht in een oud universiteitsgebouw: de Biotoop. Zijn er dan helemaal geen lege kantoor- of fabriekspanden in de stad te vinden? Jazeker, maar het potentieel wordt niet altijd ingezien en benut. Het immense Suikerunie-terrein bijvoorbeeld had bijzondere vormen van herbestemming kunnen uitlokken, maar vanwege Europese regelgeving zijn bijna alle silo’s en fabriekspanden met de grond gelijk gemaakt. In de twee overgebleven panden en op het lege terrein eromheen is gekozen om 15 jaar te experimenteren. Er worden festivals georganiseerd en er zijn diverse creatieve bedrijfjes neergestreken. Wellicht dat ondernemers uit de Big Building er hun heil zoeken als hun pand gesloopt is.

Koers verleggen
De stad Groningen voert een actief beleid voor een compacte stad. De wandel-, fiets- en autoafstanden tot de binnenstad blijven daardoor aangenaam kort. Maar het systeem staat onder druk. De stad staat in de top drie snelst groeiende steden en dat komt niet alleen door de aanwas van studenten. Er moeten flink wat woningen bij om de bevolkingsgroei op te vangen. Plekken voor herontwikkeling binnen de contouren van de stad zijn er nog volop. De stad heeft goud in handen om haar koers op enkele sleutelpunten te verleggen. Er is een aantal gebieden dat tot gemengde (woon)gebieden omgevormd zou kunnen worden waaronder de Spoorzone, het Ebbingekwartier, het Suikerunie-terrein, de omgeving van de Zuidelijke Ringweg (die deels overkluisd wordt) en de zone aan de Oosterhamrikkade.

Er zijn voldoende redenen om juist voor andere groepen dan studenten te bouwen

Wat kan Groningen doen om aantrekkelijk te blijven voor starters, jonge gezinnen en ouderen? Er zijn voldoende redenen om juist voor andere groepen dan studenten te bouwen. De werkgelegenheid is gezond, onder andere dankzij vestigingen van de IB-Groep (nu DUO) en de Gasunie waarvan de kantoren tegen de binnenstad aan zijn gebouwd. De Rijksuniversiteit en het academische ziekenhuis UMCG zijn enorme banenmotoren: het medisch centrum is zelfs het één na grootste van Nederland. Maar door de stijging van de huizenprijzen in de stad zoeken werknemers van deze instellingen en bedrijven, waaronder veel eenpersoonshuishoudens, gezinnen en starters, naar woningen in randgemeenten.

Stedelijk groen
De rol van stedelijk groen lijkt in de planvorming nog grotendeels onderbelicht terwijl het een belangrijke vestigingsfactor voor steden is. In Groningen is er een duidelijk tekort; het populaire Noorderplantsoen ontploft bijna op warme zomerdagen. De overheid heeft een enorme kans om op de herinrichting van groene gebieden te sturen. 57% van het grondoppervlak in de stad is namelijk in gemeentebezit. Tel daar nog eens 9% bij op aan ander rijks-, provinciaal- en semi-overheidsbezit, dan blijkt tweederde van de stad in eigendom van overheden. Zouden combinaties van wonen, werken, groen en voorzieningen buurten kunnen opleveren die een gemengde bevolking aantrekt?

Een 21e-eeuws Vondelpark
Om de koers te verleggen kan Groningen inspiratie putten uit de 19e-eeuwse stadsgeschiedenis van Amsterdam. De omstandigheden van nu zijn namelijk zeer vergelijkbaar met die van Amsterdam zo’n 150 jaar geleden: een overbevolkte binnenstad met een groeiende bevolking.
Een aantal (rijke en veelal katholieke) burgers stichtte destijds een stadspark: het Vondelpark. Rondom dit park moest een nieuwe woonwijk komen zodat de propvolle binnenstad kon worden ontvlucht. Het liberale stadsbestuur had slechte ervaringen met de speculatiebouw van particulieren, maar gunde de initiatiefnemers het voordeel van de twijfel omdat ze behalve financieel gewin ook ‘stadsverfraaiing’ als doel hadden. Het voornemen van de speculanten paste naadloos in de liberale traditie van die tijd. Twintig jaar later was rond het Vondelpark een nieuw stuk stad ontstaan waar ondanks de groene ruimte de dichtheid hoog was: achter de parkvilla’s werden appartementen gebouwd. Door het vrijwaren van het park voor alle stadsbewoners werd een stuk stad gecreëerd waar nieuwkomers zich konden vestigen.

Groningen heeft op verschillende plekken ruimte om een 21e-eeuws Vondelpark te realiseren. Maar het park wat er het meest op lijkt, het Stadspark aan de westkant van de stad, wordt onvoldoende benut. De stad heeft in het verleden kansen laten liggen door náást het park (in Hoogkerk) in plaats van áán het park te bouwen. De kansen om relaties tussen het park en de omgeving te leggen, kunnen echter nog prima worden gelegd. Kijk daarnaast of het transformeren van andere bestaande groengebieden tot hoogwaardig stedelijk groen mogelijk is, zoals rond de zuidelijke Ringweg.

Stadsverfraaiing
Tot slot: de stad heeft een rijke traditie van architectuurmanifestaties, met de gemeente Groningen als belangrijkste trekker. Omdat woningcorporaties vanwege strikte EU-regels nauwelijks meer een rol van betekenis kunnen spelen mist er tegenwoordig uitvoeringskracht om goede ideeën te realiseren. Het ligt voor de hand particuliere initiatiefnemers of coöperatieven op te zoeken om de uitvoeringskracht te vergroten. Vanuit een stedenbouwkundige visie zijn manieren te verzinnen om met particulier geld aantrekkelijke woonmilieus te creëren die verschillende doelgroepen bedienen. De gemeente kan als partner van deze initiatieven het stedelijk groen updaten en toegangen tot de parken verbeteren. De stad Groningen kan zo de bevolkingsgroei opvangen door een connectie te leggen tussen stedelijk wonen en stedelijk groen – een prachtige vorm van 21e-eeuwse ‘stadsverfraaiing’.

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een bezoek van het H-team aan Groningen op 29 augustus 2016 op uitnodiging van Marinke Steenhuis, bestuurslid van Platform GRAS en cultuurhistoricus bij SteenhuisMeurs. Tijdens het werkbezoek lichtten diverse ontwerpers, cultuurhistorici en stadjers hun visie op herbestemming en transformatie in Groningen toe.